Of Tilburg wel interessant genoeg was als locatie voor onze jaarlijkse architectuur-excursie, was vooraf heel voorzichtig de vraag bij sommigen. Het antwoord werd al gegeven bij eerste pleisterplaats die werd aangedaan 27 juni jl.: de LocHal in de Tilburgse spoorwegzône. De locatie won twee prijzen in de BNA Beste Gebouw 2019-verkiezing (Categorie Leefbaarheid en Sociale Cohesie en favoriet van de Publieksjury) en een dag voor het NAVS-bezoek ook nog eens de NRP Gulden Feniks.
De NRP Gulden Feniks wordt jaarlijks uitgereikt aan de meest excellente voorbeelden van renovatie- en transformatieprojecten zo werd de kleine twintig NAVS’ers meegedeeld tijdens de rondleiding: “Met de transformatie van de voormalige spoorwerkplaats is hier een nieuw landschap gecreëerd in het ontwikkelingsgebied Spoorzone. De transformatie getuigt van vakmanschap en ingenieurskunst. De stad wordt in de LocHal voortgezet en de dynamiek is er voelbaar. Het is verrassend hoe snel vele mensen uit alle doelgroepen zich het gebouw zo snel eigen hebben gemaakt. Het project is op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.
De LocHal is in haar korte bestaan nu al een internationaal voorbeeld voor nieuwe stedelijke, publieke programma’s, waarbij samenkomst, leren, werken, cultuur en verblijven samensmelten tot nieuwe stedelijke plekken.” Pure PR-praat, maar het is natuurlijk wel degelijk een mooie smeltkroes van ontwikkelingen daar met een bibliotheek, kunsthal, restaurant, zakelijke meeting-faciliteiten enzovoorts. Vindt ook Leon Ansems, als architect én Tilburger natuurlijk de aangewezen persoon om tijdens de fietstocht die volgde de microfoon ter hand te nemen. Hij voerde ons langs tal van interessante locaties. Over de Herdgangen ging het via het Wilhelminapark naar het Textielmuseum en het Textiel-lab, waar veel kennis en nieuwe ontwikkelingen zichtbaar zijn zoals het mega-grote gordijn in de Lockhal. En vervolgens werd er achter Leon aangefietst naar de naar wonen herontwikkelde textielfabriek, het wijkcentrum in de voormalige Hasseltse Kerk en het Pont-museum waarna de kuiten even rust kregen in het net geopende Spoorpark Tilburg, een burgerinitiatief. Daarna volgende een bezoek aan De Broodbakkerij en de Herontwikkeling Piushaven. De dag werd in stijl afgesloten in Restaurant De Houtloods, met z’n anno-1867 het oudste gebouw van de Tilburgse Spoorzone, de plek waar onze excursie begon. Het gebouw deed oorspronkelijk dienst als houtopslag maar is getransformeerd tot een volledig transparant restaurant waar je letterlijk een blik in de pannen kunt werpen, want de keuken zit midden in dezelfde open ruimte waar ook de gasten zitten. Uniek is ook dat de keuken en de drankenbar met elkaar verweven bleken te zijn via één en hetzelfde stuk staal.
Conclusie na een dagje Kruikenzeikerstad, eenmaal terug in 033: dit was leuk, leerzaam en lekker. Tilburg maakte z’n ambities waar. De gefronste wenkbrauwtjes op voorhand bleken ongegrond J. Je kon die dag niet maar wilt de fietstocht wel een keer privé doen? Meer info hieronder *), en de door Leon uitgestippelde route!
*) Op weinig plaatsen in Nederland heeft de architectuurgeschiedenis van de afgelopen eeuw zo’n concreet gezicht gekregen als in Tilburg. Niet alleen bevinden zich in het zuidelijk deel van het centrum op een klein stukje aarde enkele gebouwen die exemplarisch zijn voor hun tijd, zoals het kantongerecht van Jos Bedaux, de Stadsschouwburg van Gerard Holt en Bernard Bijvoet, de ‘Kattenrug’ van Jo van den Broek en Jaap Bakema en het Kunstkluster van Jo Coenen, maar vooral in stedenbouwkundig opzicht zijn op deze plek opeenvolgende stromingen waar te nemen. Kenmerkend voor Tilburg is het beeld van een nooit voltooide stad. De belangrijkste oorzaak hiervan is de morfologische ontwikkeling van de stad. Tilburg kent geen concentrisch groeimodel, maar is gegroeid als een samenklontering van veelal agrarische nederzettingen aan driehoekige knooppunten in het wegennetwerk, de zogenaamde “ herdgangen ”.
Hierdoor mist Tilburg tot op de dag van vandaag een duidelijk herkenbaar stadscentrum. Naast de morfologische oorzaak voor het beeld van een verstrooide stad, wijzen historici op het feit dat Tilburg in het verleden vele grootse plannen heeft gehad om de stad vooruit te brengen, maar dat de realisering hiervan vaak voortijdig is afgebroken. De binnenstad van Tilburg was lange tijd een zorgenkind en kreeg te weinig prioriteit. Dieptepunt was het debat over de mogelijke komst van een shopping mall buiten de stad. De afgelopen jaren is veel ten goede veranderd. Ook het uiteindelijke afgeblazen referendum over de verbouwing van het stadskantoor toont de betrokkenheid van de Tilburgers bij de binnenstad. Tilburg moest weer een kloppend hart krijgen en het centrum moest een harmonieus geheel worden.
Het is goed dat Tilburg keuzes maakt en echt investeert in de binnenstad. De stad met haar 200.000 inwoners loopt landelijk voorop wat betreft inzetten op ingrijpende herstructurering en ook op sloop. http://www.urhahn.com/economisch-ruimtelijke-visie-tilburg/ . Dat het langzaam weer beter gaat met het centrum blijkt niet alleen uit de komst van de Primark, Hudson Bay en recent ook de Decathlon. Samen met betrokkenen heeft de gemeente gewerkt aan een economisch-ruimtelijke visie http://www.urhahn.com/tag/binnenstadsvisie/ om de binnenstad letterlijk en figuurlijk weer kloppend te maken. Belangrijk onderdeel vormen twee gebiedsontwikkelingen die Tilburg flink op de kaart zetten en die enorm in trek zijn bij bewoners, bedrijven en bezoekers: de Piushaven en de Spoorzone.